selecteer uw marboei

of

geef uw positie door

 
NLFRL

Jaap Krol

Sleattemer Mar

 

De Ondinelijn


De man zei: ‘Weg daar!’

De vrouw dacht: touw bevestigen, daar is toch geen kunst aan?

Toen hij naast haar stond, botste de boot onrustig op het water – alsof iemand steeds voor zijn beurt sprak, eigenlijk onhoudbaar was.

De vrouw dacht: zou zijn woede door de deining komen? Al dat gekabbel maakt hem onrustig. Het water heeft hem hierheen gedragen, maar nu zakt hij er misschien wel door.

De man griste het touw uit haar handen en probeerde het te gooien. Ze ging opzij – niet van harte natuurlijk, maar omdat ze nou eenmaal niets van touwen wist.

Ze dacht: hij beseft dat hij hier onmatig kan zijn, een even verleidelijk als gevaarlijk idee. Ik geef hem liefde, maar als de grote toren verderop hem signaleert en het licht in het vooronder begint te flikkeren, wordt zijn naam gespeld in coördinaten. Touw? Alles komt van boven, verraad plegen is ook helemaal geen daad meer.

Toen de boot vast lag, kwam hij overeind. De zon ging onder, het water werd stil. Hij zocht haar ogen en betastte de randharen van zijn navel.

De vrouw dacht: ik ben niet eens zijn vrouw. In de auto ben ik zijn vriendin, op het water ben ik zijn minnares.